In de gemeente De Bilt bestaat een aantal tuindersverenigingen.Hierna noemen we er drie. De Bilt kent sedert 1979 de Algemene Tuinders Vereniging het Kloosterpark. [Afbeelding in het blad Kloos van de bewonersvereniging Kloosterpark, van juni 2025, met toestemming van de heer Frank Bottenberg.]
Maartensdijk kent sinds 1982 de moestuinvereniging Tuinmaar. Deze vereniging pacht van de gemeente een complex met ongeveer honderd tuinen van ieder 100m² groot, gelegen op het sportpark F.J.H van Eck aan de Dierenriem in Maartensdijk, naast het scouting terrein. Vlak bij de bussluis op de Blauwkapelseweg vindt men de buurtmoestuin De Biltse Biet, die in 2014 werd opgericht.
In ons land ontstonden in ons land in de negentiende eeuw ‘arbeiderstuinen’. De eerste werd in 1838 gesticht in Franeker door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Werklieden konden in hun vrije tijd eigen voedsel verbouwen. Tijdens de industrialisatie van die eeuw groeiden steden immers snel en er was veel armoede; volkstuinen moesten dan voor zelfvoorziening zorgen voor een arbeidersbevolking die vaak van het platteland kwam. De verwachting was ook, dat het verbouwen van eigen gewassen naast ‘vergroting van het arbeidsvermogen‘ ook verbetering van de ‘zedelijke toestand van de werkman‘ tot stand zou brengen. Sociaaldemocraten meenden in de twintigste eeuw dat de arbeiders sterker zouden worden voor de strijd tegen het kapitalisme door zich in contact met de natuur buiten te ontspannen en gezonde groente te eten.
Sinds 1928 kennen we het Algemeen Verbond van Volkstuindersverenigingen in Nederland (AVVN). Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog en de hongerwinter (1944-1945) zorgden volkstuinen voor minder grote voedseltekorten. Vanaf de jaren vijftig en zestig werden naast voedselproductie ook recreatie en ontspanning belangrijke zaken voor wie een volkstuin had.
Over de geschiedenis van de Algemene Tuinders Vereniging het Kloosterpark berichtte de heer Frank Bottenberg in het blad ‘Kloos’ van de Bewonersvereniging Kloosterpark. Hij interviewde Gert Meijer,
‘geboren en getogen in De Bilt. Hij heeft al lang een tuin op het complex en hij is voorzitter geweest. Aan het begin van de 20ste eeuw had het personeel van baron van Boetzelaer tuinperceeltjes ter hoogte van het proefveldje van het KNMI. Daar kon men groente verbouwen. Dat was een welkome aanvulling op het loon. De baron stelde zijn grond tegen een kleine vergoeding ter beschikking. Zijn hovenier hield toezicht op de tuintjes. Later konden ook mensen die in dienst waren bij de Gemeente, de spoorwegen of de politie daar groente verbouwen en fruit telen. Deze situatie heeft tot 1977 geduurd. In die tijd had de helft van De Bilt een volkstuin. Groente en fruit waren duur. Als je zelf verbouwde scheelde dat veel in je uitgaven. Al die volkstuinen waren productietuinen. ’s Zomers sla, bietjes, aardappelen, bonen. ’s Winters boerenkool, spruiten, winterwortelen. Veel groenten werden geweckt om later te consumeren.
Naast ‘het Kloosterpark’ was er ook nog een tuincomplex tussen de Waterweg, de Looijdijk en de Groenekanseweg. In de jaren zestig van de vorige eeuw kreeg dit gebied een woonbestemming. De tuinders moesten elders hun heil zoeken. Het tuinencomplex bij het Kloosterpark werd uitgebreid met het Houdringepad. Hier konden de tuinders die weg moesten zich vestigen. Inmiddels was de gemeente de eigenaar geworden van de grond waarop werd getuinierd. De gemeente was van plan om de grond te verkopen aan de Universiteit, zodat die daar studentenflats kon realiseren. Het KNMI sprak zich tegen deze plannen uit omdat dit de metingen zou belemmeren.
De Gemeente besloot daarop dat het terrein de bestemming van volkstuin zou behouden, zij het met een hogere prijs per vierkante meter voor de gebruiker. In 1979 werd ‘ATV het Kloosterpark’ opgericht. In die periode had je nog echte productietuinen waar mannen uit De Bilt hun groente en fruit verbouwden. Inmiddels is de vereniging geëvolueerd. Veel vrouwen zijn gaan tuinieren. Je ziet meer bloementuinen die ook een recreatieve functie hebben.’
AD (met toestemming van en dank aan de heer Frank Bottenberg).
Bron:
‘Kloos’, een uitgave van de Bewonersvereniging Kloosterpark, jaargang 30/1, juni 2025, p. 6.