Op 6 maart 1457 wijdde wijbisschop Jodocus Borre de Westbroekse kapel (die in de volgende decennia zou uitgroeien tot de huidige kerk) in. Afgebeeld is een verdwenen venster in het Utrechtse Wittevrouwenklooster met de wapens van Borre en zijn aanzienlijke familie, zoals Aernout van Buchell die tekende in de late zestiende eeuw. (Utrechts Archief, Monumenta passim in templis ac monasteriis  Trajectinae urbis atque agri inventa, fol. 124vs.]

 

Meer informatie

 

Jodocus schonk dit venster omstreeks 1467, kort voor zijn dood, aan het genoemde klooster. In de bronnen leest men over Borre’s betrokkenheid bij de Westbroekse kapel:

Westbroek, 6 maar 1457. Jodocus, bisschop van Hierapolis, professor in de heilige godgeleerdheid en vicaris-generaal van David van Bourgondië, bisschop te Utrecht, brengt ter kennis van alle gelovigen in Christus, dat hij de kapel met het kerkhof en het altaar in Westbroek gewijd heeft, de kapel en het kerkhof ter ere van de Almachtige God, van onze zaligmaker Jezus Christus en van St. Bartholomeus en het altaar ter ere van de Heilige Maagd Maria en van Sint Catharina. [Hij laat weten] dat hij het jaarlijks te vieren feest ter herdenking  van die wijding heeft gesteld op de eerste zondag na St. Bartholomeus ‘. (24 augustus, de viering valt dus in 2024 op zondag 25 augustus.)

Het formele begin van de Westbroekse kerk (niet de parochie) kan dus op 6 maart 1457 gesteld worden.

 

Jodocus Borre en Suster Bertken

 

Judocus, Jodocus of Joest Borre was – dat kan worden afgeleid uit zijn hierboven afgebeelde wapen –  afkomstig uit het aanzienlijke Utrechtse geslacht Borre, met vooraanstaande vertegenwoordigers in stad en Sticht. Hij zou de broer zijn van Zuster Bertken  Jacobs die hij in hetzelfde jaar 1457  als kluizenares in een kluis van de Buurkerk zou hebben opgesloten. We lezen in een boek van P.F. Bernardus de Jonghe uit 1717 (Desolata Batavia Dominica) over Jodocus Borre: ‘zijn eigen zuster heeft hij, nadat zij de kluizenaarsgelofte had afgelegd, in een cel gesloten’. Mogelijk vergist De Jonghe zich, en betekent ‘suster’ hier alleen dat Bertken een non was. Bertken had de cel zelf bekostigd en verbleef 57 jaar lang in haar onverwarmde kluis,  tot haar dood in 1514. Als boetedoening voor haar buitenechtelijke geboorte. Ze schreef in de cel onder meer een passieboekje en een achttal religieuze liederen.

 

Wie was Jodocus Borre?

 

Borre was een aanzienlijk geestelijke, die belangrijke missies voor de Bourgondische hertog Philips uitvoerde, zoals een reis als gezant naar de grootmeester van de Duitse Orde in Mariënburg. Hij werd in 1453 wijbisschop van Hiërapolis, een in 190 v. Chr. gestichte stad in Turkije (in Frygië), die in 1354 door een aardbeving werd verwoest. De plaats is nog steeds een archeologische plek van betekenis, met een nog steeds gebruikt theater en de overblijfselen van Romeinse  thermen (een badhuis). De term wijbisschop betekent hulpbisschop zonder eigen bisdom. Borre verving na diens dood bisschop Roelof van Diepholt en vervolgens diens opvolger, de Utrechtse bisschop David van Bourgondië. Dat deed hij  bij een reeks gelegenheden, zoals de wijding van de Westbroekse kapel, van beelden en van andere kerken en kapellen (bv. in Amsterdam).

 

AD

 

Bron: Utrechtsche provinciale en stadsalmanak, 1886, 301—302. Voorts: Archief voor de Geschiedenis van de Katholieke Kerk en Nederland, 1982, 24-25. En J.F.A.N. Weijling, Bijdrage tot de geschiedenis van de wijbisschoppen van Utrecht tot 1580

 

Spring naar toolbar