In De Bilt kwam de eerste vaste telefoonverbinding in 1895 tot stand. Later volgde De Bilt-Station. In 1931 kreeg De Bilt, als een van de eerste gemeenten in Nederland, openbare telefooncellen. Werd in het begin de verbinding via telefonistes tot stand gebracht, tegenwoordig beschikt vrijwel iedereen over een mobiele telefoon. In de woning hierboven (foto JJR) was ooit de eerste openbare telefoon in De Bilt gevestigd.

 

Meer informatie

De eerste telefoon werd in 1877 in Nederland geplaatst. Sinds die tijd gingen de ontwikkelingen op het gebied van telefonie snel. Zo was er in 1881 al sprake van het eerste telefoonnet in Nederland, en wel in Amsterdam. De lokale netwerken werden geëxploiteerd door particuliere maatschappijen, waarvan de eerste en belangrijkste De Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij was. Door de Telegraaf- en Telefoonwet van 1904 kwamen steeds meer particuliere netwerken in handen van de overheid.

Ook in De Bilt waren deze ontwikkelingen merkbaar. Op 13 februari 1895 ontving de gemeente een bericht van de Nederlandsche Bell Telephoon Maatschappij dat er onder voorwaarden ‘een publiek station’ kon komen, waar men kon opbellen. In april 1895 stelde de gemeente voor het eerst een kleine openbare ruimte ter beschikking. De heer A. Radix was bereid zijn woning aan de Utrechtseweg 123 (nu Dorpsstraat) hiervoor te laten gebruiken en hij werd de eerste ‘operator’ van dit kantoor. Dit was aangesloten op het netwerk in Utrecht en was slechts een paar uur per dag open . Een lokaal gesprek kostte toen 10 cent per drie minuten. Een verbinding tussen twee lokale netten kon alleen verlopen via een telefoniste.

Tot 1901 verliep het bellen van De Bilt naar Utrecht relatief eenvoudig. De telefonistes in De Bilt en Utrecht waren de tussenpersonen. Wilde men telefoneren met Utrecht, dan moest de aanvrager van het gesprek eerst contact opnemen met de Biltse telefoniste. Deze belde naar de Utrechtse telefoniste, die op haar beurt de gezochte abonnee waarschuwde en sprak daarbij steevast de woorden “Voorwaarts, mijnheer”, om vervolgens de lijn vrij te geven’. (Goede en Van Dort, Postkantoor)

In 1885 was de vrijgekomen dorpsschool aan de Dorpsstraat in gebruik genomen als postkantoor. De Rijkstelefoondienst plaatste er een handcentrale. In de Narcisstraat 2 bevindt zich nog steeds een onbemande centrale van KPN (object nr. 03073).

Het gebruik van dit nieuwe communicatiemedium groeide in het begin langzaam. In 1897 waren er 11 abonnees, in 1905 24. Het was een nieuwe ervaring om met mensen over een grotere afstand te spreken. In 1912 kwam er in De Bilt-Station ook een hulp telefoon- en telegraafstation. Daar waren in 1913 20 abonnees die gemiddeld 20 gesprekken per dag voerden. Op de foto onderaan zien we een telefooncentrale zoals omstreeks 1920 gebruikt werd. (Houweling Telecommuseum te Rotterdam)

In 1931 schreef de PTT dat men van plan was om als proef zeven publieke telefooncellen op de openbare weg te plaatsen. Voorwaarde voor plaatsing was dat de gemeente de benodigde grond zou afstaan en geen rechten zou heffen op het plaatsen van de cellen. Ook zou de verlichting voor rekening van de gemeente moeten worden. De gemeente ging akkoord. Zo werd de gemeente De Bilt een van de eerste gemeenten in Nederland met openbare telefooncellen.

JJR

Literatuur:

Goede, A.P. de en M.H. van Dort, ‘Postkantoor in een Biltsche Herbergh. De geschiedenis van de posterijen in De Bilt en Bilthoven’, De Bilt, 1993

www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/fotos

www.houwelingtelecommuseum.com