Sinds 1835 is de familie Van Boetzelaer nauw verbonden met De Bilt, dankzij het huwelijk van Christiaan Willem Johan van Boetzelaer met Elisabeth Both Hendriksen, die meerdere landgoederen erfde. Door deze erfenis en latere aankopen, zoals Sandwijck, Eyckenstein en Houdringe, kreeg de familie een prominente positie in de regio. Hun geschiedenis gaat onder meer terug tot ridder Wessel van Boetzelaer, die in 1316 overleed en een aanzienlijke erfenis naliet aan zijn kinderen. Eén van zijn zonen, Johannes, was monnik in het klooster Oostbroek bij het huidige De Bilt, waarmee al vroeg een link met de streek ontstond. De huidige Van Boetzelaers in De Bilt zijn directe afstammelingen van deze middeleeuwse familie, die al eeuwenlang invloed uitoefent op het lokale landschap. Afbeelding: het zegel van ridder Wessel van Boetzelaer met drie omgewende haken. (DBG sept 1996)

 

Meer informatie

Sinds ongeveer 1835 is de geschiedenis van De Bilt sterk verbonden met de familie Van Boetzelaer. In dat jaar trouwde Christiaan Willem Johan van Boetzelaer, die toen in Utrecht studeerde, met Elisabeth Charlotte Petronella Both Hendriksen. Ze gingen in Utrecht wonen, maar brachten de zomers door op buitenplaats Sandwijck. Deze buitenplaats was eigendom van Elisabeths vader, net als De Sluishoef en meerdere boerderijen in de omgeving. Omdat Elisabeth enig erfgename was, kwamen deze bezittingen uiteindelijk in handen van de familie Van Boetzelaer.

In de loop der tijd kwamen daar nog andere landgoederen bij, zoals Het Klooster, Eyckenstein en Houdringe, elk met veel grond. Het is dan ook niet vreemd dat de familie Van Boetzelaer een belangrijke rol speelde in de lokale geschiedenis van De Bilt in de afgelopen 150 jaar.

Maar om hun verhaal goed te begrijpen, moeten we nog verder terug in de tijd, naar het jaar 1316.

Een oude adellijke familie

De Van Boetzelaers stammen af van een oud en voornaam adellijk geslacht uit het gebied rond Kleef (nu in Duitsland). In het Utrechts Archief wordt hun familiearchief bewaard. Daar bevindt zich onder meer een Latijns document uit 1316, waarin de nalatenschap wordt verdeeld van ridder Wessel van Boetzelaer, die toen was overleden. Hij woonde op kasteel ‘Buotzelar’, niet ver van het plaatsje Kalkar.

Waarschijnlijk werd hij begraven op het kerkhof van Kalkar. Op 10 augustus 1316 kwamen zijn zes zoons daar bijeen: Rutger, Wessel, Godfried, Dirk, Sweder en Hendrik. Ze legden daar een eed af – met hun handen op heilige relieken – dat ze de erfenis eerlijk zouden verdelen, volgens het oordeel van enkele door hen gekozen bemiddelaars. Eén van deze bemiddelaars was hun broer Johannes, een monnik.

Johannes van Boetzelaer was dus ook een zoon van Wessel, maar hij leefde als monnik in het klooster Oostbroek bij Utrecht. Dat was bijzonder, want er woonden toen geen andere familieleden in die streek. Mogelijk had zijn vader na het overlijden van Johannes’ moeder een vrouw uit de omgeving van Utrecht gehuwd.

In adellijke families was het toen gebruikelijk dat enkele kinderen het klooster in gingen. Dat was goed voor het “zielenheil” van de familie, maar het had ook praktische voordelen: het zorgde ervoor dat het familiekapitaal niet te veel werd versnipperd.

De erfenis

De erfenis van Wessel van Boetzelaer was aanzienlijk. De oudste zoon Rutger kreeg het kasteel Buotzelar met bijbehorende rechten op visserij en grond. De andere broers kregen opbrengsten uit pachtgoederen. Omdat Johannes monnik was, kon hij zelf geen bezittingen erven, maar zijn broers beloofden hem jaarlijks één mark te geven — een symbolisch maar toch flink bedrag in die tijd.

Ook hun broer Hendrik, die geestelijke was in Utrecht, kreeg zijn deel via Rutger. Nog een andere broer, Otto, kreeg jaarlijks 7 mark. Er waren ook twee zussen die in een klooster leefden: Helewigis in Bedbur en Petronella in Fürstenberg, bij Xanten. Zij kregen jaarlijks 20 schellingen aan pachtinkomsten.

Van Middeleeuwen tot De Bilt

Rutger, de oudste broer, zette de familielijn voort. Vele generaties later, vijftien in totaal, werd in 1806 Christiaan Willem Johan van Boetzelaer geboren. Hij werd de stamvader van de tak Van Boetzelaer die zich in De Bilt vestigde. En zo zijn de bekende Van Boetzelaers uit De Bilt allemaal verwant aan die monnik Johannes uit het klooster Oostbroek.

DAB

 

Literatuur:

Heijden, J. van der, Allemaal familie, De monnik Johannes van Boetzelaer in: De Biltse Grift september 1996