In 1794-1795 trokken Franse troepen de Republiek der Verenigde Nederlanden binnen. Onder invloed van revolutionaire ideeën uit Frankrijk en met steun van Nederlandse patriotten kwam in 1795 een einde aan het stadhouderschap van de Oranjes. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen, een staat gebaseerd op volkssoevereiniteit en gelijkheid van de burgers. Daarvoor werd al in januari 1795 een Verklaring van de rechten van de mensch en burger uitgevaardigd, die was geënt op de Franse verklaring van 1793. De belangrijkste rechten waren:

Gelijkheid voor de wet, ongeacht geboorte, status of religie.

Vrijheid van godsdienst zonder inmenging van de staat.

Vrijheid van meningsuiting en persvrijheid

Als Politieke principes  kwamen daarbij de Volkssoevereiniteit en de Scheiding der machten (Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht moesten gescheiden zijn).
Minder afdwingbare  rechten waren het Recht op eigendom, het Recht op veiligheid en het Recht op verzet tegen onderdrukking.

Die verklaring moest door de burgers van de nieuwe republiek worden ondertekend. We zullen zien hoe dat in Westbroek gebeurde.

Na de inval van de Franse revolutionaire troepen in 1795 en de vlucht van stadhouder Willem V werd de Bataafse Republiek uitgeroepen. In naam was Nederland nu een zusterrepubliek van Frankrijk: een zelfstandige staat, gevormd naar het revolutionaire Franse voorbeeld. In de praktijk werd Nederland echter steeds afhankelijker van Frankrijk. Dat land beschouwde Nederland ook als strategisch buffergebied en als melkkoe voor oorlogskosten.

Op het niveau van onze dorpen kunnen we dat heel goed zien. De Bataafse Republiek moest honderd miljoen gulden betalen voor de ‘bevrijding’ door de Fransen. Inwoners van De Bilt hadden daar niet graag hun goud en zilver voor over.

Een ander gevolg was de inkwartiering van Franse soldaten. Toen de oorlogen van het revolutionaire Frankrijk maar voortduurden, moesten de dorpen honderden soldaten onderdak verschaffen.

Omgekeerd moesten de dorpen ook soldaten leveren. In 1799 gebeurde dat bijvoorbeeld op beperkte schaal toen de Engelsen en Russen landden  bij Callantsoog.

Sommigen waren heel enthousiast over de nieuwe orde. In Maartensdijk plaatste een deel van de inwoners een vrijheidsboom. Anderen in dat dorp, onder wie de schout, verzetten zich juist. Bestuurlijk bleef veel bij het oude.

In De Bilt probeerde een deel van de inwoners, het zittende gemeentebestuur aan te laten blijven. Door ingrijpen van hogerhand werd het bestuur toch vervangen door revolutionaire vertegenwoordigers. Ruim een jaar later besloot het provinciebestuur dat de dorpelingen wel zelf een dorpsbestuur mochten kiezen. Het recht om te stemmen werd echter beperkt tot degenen die trouw hadden gezworen aan de Bataafse Republiek. En tot mannen.

 

U bevindt u op de Rondleiding Grondrechten. Voor het vervolg klik HIER.