Dit is de Rondleiding Misdaad in De Bilt. Om terug te gaan naar het begin, klik HIER.

De rechtspraak was al in de late middeleeuwen ingedeeld in de hoge en de lage rechtspraak. In de nieuwe tijd bleef dit stelsel bestaan. De rechtsmacht over minder ernstige zaken was in handen van de ambachtsheer van een dorp of gebied, meestal een lagere edelman. Deze liet de rechtspraak uitoefenen door de geburen, een college van ingezetenen die een voldoende hoeveelheid grond bezaten. Later werd dit een schepenbank. De ambachtsheer werd daarin vertegenwoordigd door een schout. Lagere gerechten waren bijvoorbeeld Oostveen, Westbroek, De Bilt en Oostbroek.

De hoge rechtspraak hield zich bezig met misdaden waarvoor lijfstraffen en doodstraffen konden worden gegeven. De proost van Sint Jan had bijvoorbeeld tot 1795 de hoge rechtsmacht in Achttienhoven. Verdachten konden ook worden berecht buiten hun woonplaats, bijvoorbeeld voor de schepenbank van de stad Utrecht. In de periode die we hier behandelen, speelde het Hof Provinciaal van Utrecht een belangrijke rol. Het Hof van Utrecht bezat de hoge jurisdictie en was tegelijk de instantie waar men in beroep kon gaan van de andere rechtbanken. Het bestond van 1530 tot 1811.

Even de saaie cijfertjes. Van de dorpen rond de Bilt werden in die periode de volgende aantallen zaken behandeld:

  • Achttienhoven                                  6
  • Blauwkapel                                       2
  • De Bilt                                              24
  • Maartensdijk en Oostveen           19
  • Voordorp                                           1
  • Westbroek                                       23

Waren de inwoners van het dorp De Bilt nu het crimineelst? De cijfers hangen vooral ook samen met inwoneraantallen. De getallen zijn te klein om ze uit te splitsen naar categorieën misdrijven. Als we kijken naar het totaal van de 2983 zaken voor het hof, zien we wel een ontwikkeling in de tijd. Geweldsmisdrijven gingen een kleiner percentage van het totaal uitmaken. Vermogensdelicten, in de middeleeuwen 10 tot 20 procent, liepen op van 30 procent in de zestiende eeuw naar 55 procent in de zeventiende en tegenwoordig maken ze rond 70 procent van het totaal uit. Vanaf het midden van de vijftiende eeuw werden de straffen geleidelijk wat zwaarder, zoals we ook bij het Hof van Utrecht kunnen zien. Doodvonnissen voor misdaden die lokaal gepleegd waren, werden in Utrecht uitgevoerd. In Zeist was er een galgenveld, waar de lichamen ten toon gesteld werden.

Deze periode begint met veel veranderingen in de godsdienstige beleving van de Nederlanders, met de reformatie en met godsdienstoorlogen. Het valt op dat we in de dorpen rond De Bilt geen processen wegens ketterij aantreffen, hoewel ze in andere delen van het gewest Utrecht wel degelijk werden gesignaleerd. Wel werden er vermeende heksen tot de brandstapel veroordeeld.

DAB

U bevindt u op de Rondleiding Misdaad. Voor het vervolg klik HIER

Spring naar toolbar