Buiten huilt de wind om ’t huis
Maar de kachel staat te snorren op vier
D’r hangt een lapje voor de brievenbus
En in de tochtigste kieren zit papier
We waren heel erg arm
En niemand hield van ons
Maar we hadden thee en nog geen tv
Maar wel radio en lange vingers

(Kees van Kooten en Wim de Bie naar Gilbert O’Sullivan)

In de jaren veertig en vijftig stelde het huishouden heel andere eisen dan tegenwoordig. De gezinnen waren gemiddeld groter, de huizen waren kleiner en de middelen waren zeer beperkt. De huisvrouw moest het allemaal alleen doen. Men verwachtte van een jonge vrouw dat zij haar ontslag nam zodra ze getrouwd was; voor functies in overheidsdienst was dat zelfs een verplichting.

Gemiddeld besteedde de vrouw negen uur per dag aan het huishouden. Daarbij hoorden ook bezigheden die grotendeels verdwenen zijn zoals luiers koken, bedden opmaken, matten kloppen en de grote schoonmaak. Vrijwel iedere vrouw moest kleren verstellen en sokken stoppen. Veel vrouwen maakten zelf kleren uit de Marion. De was doen was omslachtig; in het begin had iedereen nog een teil of een tobbe en een wringer, later een losse centrifuge. Wasmiddelen waren Sunlight, Castella en Radion.

Bij het winkelen schreven sommige winkeliers de aankopen van het gezin op in het winkelboekje en aan het einde van de week rekende de huisvrouw af. Sommige gezinnen aten warm tussen de middag omdat vader zijn werk dichtbij had.

Er kwamen grote veranderingen door de invoering van elektrische apparaten zoals de wasmachine en de stofzuiger. Gemak was er ook door de beschikbaarheid van nieuwe producten zoals blikgroente, soep in pakjes en oploskoffie.

De komst van de koelkast was een doorbraak doordat hij het bewaren van diepvriesvoedsel mogelijk maakte. Je kon verse producten ook langer goed houden, zodat je een voorraadje kon aanleggen en minder vaak naar de winkel hoefde.

Later kwam ook de man een beetje helpen en gingen vrouwen meer deelnemen aan het arbeidsproces.

Ook het consumptiepatroon veranderde. Er kwamen nieuwe soorten groente en fruit en je kon de bekende vruchten en groentes bijna het hele jaar door kopen. Daarnaast maakten we door restaurants en door reisjes naar het buitenland voorzichtig kennis met helemaal nieuwe gerechten en stijlen van koken.

De consumptie nam toe; hoeveelheid afval van ieder gezin is inmiddels vier keer zo groot geworden, maar het wordt wel gescheiden.

En hoe ging het in de dorpen van De Bilt? We willen iets vertellen over de buurtkruidenier, de huishoudschool, de naaicursus, de koffiemolen en het zakje blauw.

 

U bevindt u op de Rondleiding over nostalgie. Voor het vervolg klik HIER.

Spring naar toolbar