
Toen in september 1936 de verloving van Prinses Juliana met Prins Bernhard werd aangekondigd, leidde dat tot een reeks publieke festiviteiten in De Bilt en Bilthoven. De gebeurtenissen weerspiegelden zowel de loyaliteit aan het koningshuis als de behoefte aan collectieve vreugde in een periode die voor veel mensen economisch heel moeilijk was. Foto: Ter gelegenheid van het huwelijk op 7 januari 1937) werd de hele Dorpsstraat versierd. (Collectie D’Oude School)
De officiële bekendmaking van de verloving via radio en persberichten bracht de gemeenteraad van De Bilt ertoe om de gebeurtenis te markeren met een speciale vergadering. Burgemeester Van der Borch zei: ‘Nu plotseling herrijst nieuwe hoop voor de voortzetting der dynastie.’
De gemeente besloot werklozen een bedrag van f 2,50 te schenken als teken van betrokkenheid. Daarnaast werden plannen gemaakt voor feestverlichting, het uitdelen van portretten aan schoolkinderen en het organiseren van optochten. Diverse ideeën, zoals het huren van een carillon, werden afgekeurd omdat ze te veel geld kostten. De verlichting van Jagtlust was helaas niet mogelijk. Dat de klokkenluider een nota van f. 6,- indiende, leidde tot een afkeurende reactie.
Een opvallend besluit was de hernoeming van de Nassaulaan tot Prins Bernhardlaan. Hoewel het voorstel uiteindelijk werd aangenomen, ging het gepaard met discussie in de gemeenteraad omdat er veel praktische bezwaren waren. De symboliek van het verbinden van de Julianalaan met de Prins Bernhardlaan werd benadrukt, maar het besluit had ook een duidelijk politiek karakter.
Een nationale feestdag met gemengde gezichten
Na de verloving vonden optochten plaats, waarbij muziekverenigingen en Oranjeverenigingen een centrale rol speelden. Op 12 september 1936, tijdelijk uitgeroepen tot een nationale feestdag, kleurden straten en tuinen oranje. De optochten waren omvangrijk, met deelname van uiteenlopende groepen, waaronder padvinders, Rode Kruis-leden en zelfs NSB’ers. De aanwezigheid van politieke groeperingen onderstreepte dat de festiviteiten niet volledig neutraal waren. Kinderen kregen ijsjes, en ’s avonds was er muziek en filmvertoning.
Tijdens de ‘Pondjesdag’ werden levensmiddelen ingezameld voor minderbedeelden. Hoewel het initiatief sympathiek was, was het ook een manier voor de middenklasse om haar maatschappelijke betrokkenheid te tonen zonder structurele oplossingen te bieden.
Een huwelijksdag vol rituelen
Op 2 januari 1937 werden twee beukenbomen geplant voor het raadhuis Jagtlust, vernoemd naar Juliana en Bernhard. De ceremonie was plechtig, met een oorkonde in een loden buis als blijvende herinnering. De bomen staan er nog steeds.
Op 7 januari, de dag van het huwelijk, werden fakkeloptochten gehouden. De burgemeester stak de fakkels aan, en er waren vreugdevuren en muziek. Kantwerksters van de Vereeniging der Kantnijverheid uit Bilthoven hadden als huwelijksgeschenk een tafelkleed gemaakt met twaalf vingerdoekjes en een theewarmer in de kleuren oranje, blanje en bleu. Op 13 januari werd in Concordia een huwelijksfilm vertoond, samen met beelden van de verloving en een documentaire over het vorstendom Lippe-Detmold.
Een moment van collectieve beleving
De festiviteiten rond het huwelijk van Juliana en Bernhard boden de inwoners van De Bilt en Bilthoven een gelegenheid om samen te komen. Toch was niet alles even spontaan of universeel gedragen. De vieringen weerspiegelden zowel enthousiasme als de sociale en politieke verhoudingen van die tijd en de economische crisis.
DAB
Literatuur:
Haan-Berends, L., feestelijkheden rondom verloving en huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard, in: De Biltse Grift Maart 2002.
De Biltsche Courant van 1936 en 1937.