Wim Krommenhoek heeft zijn vroegste herinneringen op papier gezet. Wim is op 17 april 1939 geboren in Huize Ooievaar in Utrecht en niet heel lang daarna brak de oorlog uit. In verschillende afleveringen vertellen we, wat hij zich van zijn eerste jaren kan herinneren. Hij woonde toen aan de Waterweg. Foto: de Waterweg in de jaren ‘veertig. (Ansichtkaart collectie Veldhoven 1947)
Mijn eerste herinneringen zijn uit de winter van 1941. Het was een koud en de straten waren bedekt met een laag platgetreden sneeuw en ijs. Tot mijn verbijstering is daar opeens een man die een meterslange vuurstraal maakt. Hij probeerde putten te ontdooien, zoals later bleek.
In de straat waar ik woonde, de Waterweg, zie ik mezelf in 1943 boven voor het raam staan kijken naar voorbij marcherende kolonnes Duitse soldaten. Hun laarzen zorgden voor het ritme waarop ze luidkeels “und wir fahren gegen Engeland” zongen.
Ik zie nog hoe ingekwartierde Duitse militairen bij het hoekhuis van ons rijtje een grote kuil hadden gegraven waarin een soldaat enthousiast in beslag genomen radiotoestellen stond te smijten. Een onbegrijpelijke verkwisting in mijn ogen.
‘Oorlogshandelingen’
Behalve deze voor mij zichtbare ‘oorlogshandelingen’ waren de dreigende bombardementen. We moesten dan in de kelder onder de trap gaan zitten om ons tegen eventueel vallend puin te beschermen. De dreunen die volgden, deden het huis schudden en de wekpotten in de kelder rammelen.
Mijn buurman, die een groot gezin had, had als voorzorg een grote kuil gegraven in zijn tuin als provisorische schuilkelder. Later in de oorlog lag ik avond aan avond te luisteren naar het gebrom van eindeloos veel overvliegende bommenwerpers naar het oosten. Het waren de geallieerde missies naar doelen in Duitsland.
Onvergetelijke indrukken Andere herinneringen aan de laatste oorlogsjaren zijn het mosterdglaasje met een drijvende kurk met een lintje daarin. In het glaasje bevond zich wat olie en daarin werd de lange pit gestoken. Als nu de lont werd aangestoken had je het idee van een kaars. In tijden van verduisteringsplicht hadden we nog een beetje licht.
Ik herinner mij nog goed hoe mijn grootvader een verborgen radio tevoorschijn haalde om naar Radio Oranje te luisteren met het laatste oorlogsnieuws uit Londen. Hieraan vooraf ging een toespraak van Hitler, waarbij het opzwepende karakter mij als klein jongetje fascineerde.
En dan is er nog de herinnering aan overvliegende V2’s die als geluidloze sigaren over ons heen naar het westen vlogen om hun vernietigende werk op Londen te doen.
WK