Tussen Ideaal en Realiteit: De oprichting van Het Nieuwe Lyceum

De oprichting van Het Nieuwe Lyceum in Bilthoven is het verhaal van idealistische initiatiefnemers, bestuurlijke tegenslagen en een rector met een vernieuwende visie op onderwijs. In de turbulente periode tussen 1935 en 1945 groeide de school uit van een klein initiatief in een villa tot een moderne onderwijsinstelling met een nieuw schoolgebouw aan de Jan Steenlaan. Het verslag van de opening stond in de Biltsche Courant van 8 september 1939. (Hierboven)

 

Meer informatie

De oorsprong van Het Nieuwe Lyceum gaat terug naar de jaren ’twintig, toen Bilthoven nog een dorpje was met zandpaden en heidevelden. Al in 1920 werden de eerste plannen gemaakt voor een school voor Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs. De eerste pogingen strandden door gebrek aan financiële middelen en gemeentelijke steun. Pas toen in 1930 de Vereniging voor Voorbereidend Hoger en Middelbaar Onderwijs werd opgericht, kwam er schot in de zaak. Ouders zouden via obligaties bijdragen aan de financiering.

Hoewel de gemeenteraad in 1931 instemde met subsidie en het gebruik van lokalen, hield de provincie de goedkeuring van het plan tegen vanwege de onzekere rijkssteun. In 1934 leek het project dood te bloeden. Toch bleek in 1935 een groep ouders onder leiding van jonkheer De Marees van Swinderen bereid om een nieuwe poging te wagen. Daarmee werd de Vereniging Het Nieuwe Lyceum opgericht.

Onderwijskundige vernieuwing

Uit Zwitserland werd dr. W.M. van Popta aangetrokken als rector. Hij introduceerde een vernieuwend onderwijsmodel, geïnspireerd op de École Nouvelle en het New Schools-concept. Zijn visie stond haaks op het toen gangbare onderwijssysteem: geen nadruk op stampen, maar op inzicht, taalontwikkeling en samenhang tussen vakken. Latijn werd op een speelse manier geïntroduceerd, moderne talen werden vanaf dag één in de praktijk gebracht, en leerlingen kregen aanvankelijk geen huiswerk. Het onderwijs moest leven en leerlingen moesten zelf verantwoordelijk leren zijn voor hun studie. Externe leerlingen werden zoveel mogelijk betrokken bij de gemeenschap van het internaat, dat gold als het kloppend hart van de school.

Een school vol pioniers

Op 9 september 1935 ging Het Nieuwe Lyceum van start in een dubbele villa aan het Vermeerplein met 31 leerlingen en 10 docenten, die jong, idealistisch, maar grotendeels onervaren waren. Rector Van Popta toonde zich in de buitenwereld optimistisch, maar intern kampte hij met zorgen over de professionaliteit van het docententeam en de praktische beperkingen van het schoolgebouw. Toch groeide de school gestaag, mede dankzij de toewijding van de staf en de nieuwsgierigheid van de leerlingen.

Het internaat bood plaats aan leerlingen uit binnen- en buitenland, onder wie kinderen uit Nederlands-Indië. Brieven uit die periode getuigen van een school die ambitieus, maar ook uitdagend was: het was geen school voor ‘domme kinderen’, maar voor leerlingen die gemotiveerd waren om hun potentieel te ontwikkelen, ongeacht hun leerstijl.

Van villa naar vaste vestiging

In 1937 besloot het gemeentebestuur de bouw van een nieuw schoolgebouw te steunen. Een terrein aan de Jan Steenlaan werd beschikbaar gesteld en op 19 september 1938 tekende de school een contract met aannemer Diters uit Bussum. Architect P.H.N. Briët ontwierp een doelmatig, eenvoudig en modern gebouw met vaklokalen voor álle vakken, iets wat destijds zeer vooruitstrevend was. Ook het meubilair – losse tafeltjes en stoelen in plaats van banken – weerspiegelde de visie op onderwijs: flexibel, persoonlijk en gericht op samenwerking.

Het nieuwe schoolgebouw werd op 5 september 1939 vanwege de mobilisatie en de dreiging van oorlog geopend zonder feestelijkheden. De rector sprak bij die gelegenheid over de verantwoordelijkheid die allen deelden: het gebouw moest geen monument zijn, maar een werkplaats voor de toekomst.

Schoolleven

De leerlingen maakten jaarlijks een fietstocht door de omgeving in plaats van verre excursies. Een verslag uit 1939 toont een hechte, vrolijke groep op pad door Bunnik, Leersum en Maarn, gadegeslagen door ouders langs de route. Ook het contact met het ministerie om de school officieel als gymnasium en HBS-afdeling erkend te krijgen, werd voortgezet. Er werd zelfs een verzoekschrift tot de koningin gericht.

Het Nieuwe Lyceum was een bijzondere school, die pionierswerk verrichtte in het onderwijs. De idealen van Van Popta, de inzet van het bestuur en de steun van de gemeenschap maakten de oprichting en de groei mogelijk. Maar het waren ook jaren van improviseren, tegenwerking en toenemende pijn. Toch legden de eerste tien jaar een stevig fundament voor wat Het Nieuwe Lyceum later zou worden: een moderne, breed georiënteerde school met oog voor het kind en voor de toekomst.

DAB

Literatuur:

Krommenhoek, W., Het Nieuwe Lyceum 1935-1945, Het prille begin, in: De Biltse Grift september 2004.

Biltsche Courant 8 september 1939