Hier ziet men een foto van de Bisschopswetering langs de Groenekanseweg, gezien vanaf De Bilt, 150 meter voor de Veldlaan in Groenekan. De Bisschopswetering is een van de oudste watergangen die werden gegraven voor de ontginning van het veengebied tussen Utrecht en Hilversum,

 

Meer Informatie

Op 28 juni 1257 gaf de Utrechtse bisschop Hendrik van Vianen aan het klooster van  Oostbroek en aan Vrouwenklooster het recht van vrije afwatering door het gebied van het gerecht van ridder Ludolf Overdevecht. De afwatering van het ontginningsgebied rond de kloosters werd mogelijk door een watergang te graven tussen de kloosters en de rivier de Vecht. Deze wetering (= watergang) zou bekend worden als de Bisschopswetering.

De akte kon worden opgesteld nadat Ludolf aan de bisschop toestemming had verleend voor de doorgraving van zijn grondgebied. Hieronder ziet men een afschrift van deze akte, te vinden in het archief van het klooster Oostbroek. De transcriptie ziet men hieronder.

 

Bron: Utrechts Archief, toegang 58-2, nr. 11, Cartularium van de St. Laurensabdij van Oostbroek, akten 1113-1513. (Zie ook Oorkonden Sticht Utrecht, III, p. 189, nr. 1419, te raadplegen via de site van het Huygens Instituut voor Nederlandse geschiedenis.)

AD

 

 

Transcriptie

Heinricus Dei gracia gracia Traiectensis episcopus, universis presentem litteram inspecturis salutem i in Domino sempiternam.

Noverit universitas vestra, quod nos ecclesias sancti Lauwerencii et beate Marie viginis in Oestbroeck affectu benivolo prosequentes, ipsis et hominibus in ipsarum iurisdictione permanentibus damus presentibus facultatem concensu et voluntate Ludolpji de Ultravecht, militis, ad hoc coram nobis expresso exhibito pro se et suis heredibus seu ) successoribus,

 

Ut per terras et iurisdictionem dicti Ludolphi liberum aqueductum habeant per aqueductum, qui theutonice dicitur Bisscopsweteringc, undique infra iurisdictionem dicti abbatis sancti Lauwerencii ex una parte, et iurisdictionem prepositi sancti Iohannis in Traiecto ex altera.

 

Nec dictus  Ludolphus aut sui heredes in posterum unquam aqueductum inter terminos prenotatos possunt obstruere aut casu quolibet impedire.
Et ut hoc a nobis et nostris succesoribus et ab ipso Ludolpho et suis heredibus seu successoribus i n perpetuum observetur, presentem litteram sigillo nostro et sigillo domini Ludolphi, militis, fecimus communiri. Datum anno Domini MCCLVII, in vigilia apostolorum Petri et Paul.