In 1645 waren twee schaapherders getuige van een bloedige vechtpartij. [Utrechts Archief, nr. 94134, afbeelding van een schaapsherder met een aantal schapen op de Tolakkerweg te Achterwetering (gemeente Maartensdijk), met op de achtergrond het park van de buitenplaats Persijn 1895-1900.]
Schaapherders kwamen op de woeste gronden van De Bilt en in een ontginningsgebied als het Noorderpark nog lang was, tot de twintigste eeuw voor. De twee herders moesten ten tijde van de Maartensdijkse kermis getuigen over messentrekkerij bij de herberg van schepen Jan Tack. We lezen in de bronnen:
‘Op 28 april 1645, verschenen voor ons gerecht, in tegenwoordigheid van de schout en van Jan Tack en Claes Jansz Nichtevecht, schepenen van Oostveen, Thomas Stoffelsz., voormalige schaapherder van Jacob Cornelis Mostert aan de Maartensdijk, ongeveer achttien jaar oud, en Jan Henrick Koeckoeck, schaapherder wonende in het Biltsche gerecht, ongeveer zeventien jaar oud.
Ze verklaarden onder ede, door ons afgenomen op verzoek van Thyman Lambertsz, wonende in het Biltsche gerecht, dat zij waarachtig hadden gezien, dat Cornelis Stael tijdens de Kermis van Maartensdijk, tussen zondag en maandagnacht, dat een zekere Jan Thymansz voor de herberg van Jan Tack bij de lindeboom, aan het wateren was. Toch heeft Jan Stael Thymnasz. Van achteren met een mes verwond. Vervolgens zei de genoemde Jan Thymansz tegen Cornelis Stael: “Je gedraagt je als schurk”. Daarop kwam er een handgemeen zoals iedereen heeft kunnen zien.’ Voor de originele tekst klik aan: twee schaapherders getuigen over geweld bij een Maartensdijkse herberg
AD
Bron: P.H. Damsté, ‘Adriaan Brouwer verwoord’. In Oud Utrecht, jaargang 39/5 (mei 1966) 40.