Van 1943 tot 1945 was in De Bilt een kleine maar vastberaden verzetsgroep actief, die bestond uit elf mannen en twee vrouwen. De groep, die zich later aansloot bij de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.), speelde een rol in het verzet tegen de Duitse bezetter. Afbeelding: het bevrijdingsnummer van ‘Prinses Irene’, het verzetskrantje dat de groep uitgaf. (Delpher)
Enkele namen van leden zijn bewaard gebleven: Jaap Balvers, Kees Bakker, Ton van der Hel, Minne de Swart en Anton de Geest. De meesten kwamen uit winkeliersgezinnen en leerden elkaar kennen via buurt- en schoolcontacten. De sigarenwinkel van Jacques Balvers aan de Blauwkapelseweg 34 fungeerde als hun uitvalsbasis.
Een van hun eerste verzetsactiviteiten was het stencilen en verspreiden van illegale krantjes, die de naam Prinses-Irene droegen, met nieuws afkomstig van Radio Oranje. De krantjes werden getypt door twee jonge vrouwen en gedrukt en verstopt in een bergkast boven in het huis. Aanvankelijk ging het om zo’n dertig exemplaren, die werden verspreid via kinderwagens of in vermomming, maar tegen 1945 was de oplage gestegen tot boven de honderd per editie. Rond de tijd van de bevrijding werden er bijna dagelijks nieuwe krantjes gedrukt.
De groep hield zich ook bezig met spionageactiviteiten, zoals het observeren van troepenbewegingen. Vanaf september 1944 werd de groepering formeel onderdeel van de B.S., die wat betreft De Bilt onder leiding stond van Hans Hellendoorn. De Biltse groep ontving wapens via andere verzetsgroepen en leerde boven de sigarenzaak omgaan met vuurwapens zoals de stengun. Oefeningen vonden heimelijk plaats in het nabijgelegen Panbos.
Een dramatisch moment vond plaats in februari 1945, toen Minne de Swart werd gearresteerd met zijn vader en zijn broer. Ze werden overgebracht naar de gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht, waar ze later gelukkig de bevrijding door de Polar Bears meemaakten. Dankzij hun zwijgen bleef de rest van de groep buiten schot. Ook bij andere leden vonden huiszoekingen plaats, maar de zorgvuldig verborgen stencilmachine en de wapens werden niet ontdekt.
Na de oorlog
Na de bevrijding bleef de groep actief. In landhuis Schoonoord werkten zij samen met de Ordedienst (O.D.) om plaatselijke NSB’ers en Duitse militairen op te pakken. In fort De Bilt en fort Ruigenhoek hielpen ze bij de bewaking van geïnterneerden. Een opmerkelijk incident deed zich voor toen een Duitse officier in de hoek van zijn cel een verborgen wapendepot aanwees — een teken van de chaotische overgangstijd.
Ook na de oorlog bleef Jaap Balvers betrokken bij hulpacties. Via de H.A.R.K. (Hulpactie Roode Kruis) hielp hij met het inzamelen en distribueren van duizenden tonnen goederen voor getroffen gebieden in Zeeland. Uiteindelijk ontvingen de leden van de groep een oorkonde van de gemeente Utrecht als blijk van waardering voor hun inzet tijdens de bezetting.
Het verhaal van de B.S.-groep De Bilt getuigt van moed, initiatief en toewijding. Het was een misschien niet spectaculaire maar cruciale bijdrage aan het Nederlandse verzet.
DAB
Bron:
Hermens, M., De B.S.-groep De Bilt 1943 – 1946 in De Biltse Grift september 2007. Hierin heeft de schoonzoon van Jaap Balvers de gehele geschiedenis opgetekend.
Een interview met Minne de Swart is te vinden in B. Schut, Bilthoven en De Bilt tijdens de Tweede Wereldoorlog, Bilthoven, 2015, p. 43-46. Dat boek bevat ook op p. 13 – 27 een wat breder overzicht van het verzet in De Bilt.
Over Hans Hellendoorn op deze site: Hans Hellendoorn, commandant van de Binnenlandse strijdkrachten in De Bilt – Online Museum de Bilt