Onder de kop ‘Eyckenstein in en rond de Tweede Wereldoorlog’ verscheen over dit onderwerp een artikel in de Nieuwsbrief van juni 2025 van het landgoed Eyckenstein. [Formulier met de vordering van het huis voor het Nederlandse leger. Bron: Nieuwsbrief Eyckenstein, met toestemming van de heer Lex van Boetzelaer.]
Lex van Boetzelaer gaf Online Museum de Bilt toestemming enkele passages uit het genoemde artikel op de site van Online Museum de Bilt te plaatsen.
‘Mobilisatie en vordering. Toen de oorlogsdreiging vanuit Duitsland steeds groter werd, begon de Nederlandse regering op 28 augustus 1939 met de mobilisatie: het leger werd klaargemaakt om het Duitse leger tegen te kunnen houden. Eyckenstein werd (evenals veel andere landhuizen) door de Nederlandse overheid gevorderd voor het onderbrengen van militairen. De vordering gold van 21 september 1939 tot 11 mei 1940.’
Nederlandse troepen op het landhuis. ‘Op Eyckenstein waren soldaten gevestigd ‘die de Grebbelinie moesten verdedigen. Soldaat Gerrit Gommers stuurde in 1939 een ansichtkaart van het landhuis naar zijn familie. Op de achterkant schreef hij hoe hij met de trein vanaf Coevorden via Zwolle, Amersfoort en Utrecht in Bilthoven kwam.’ [Zie hiervoor onderaan deze post.]
Duitse militairen. ‘Na de overgave van Nederland op 15 mei 1940 vertrok het Nederlandse leger uit Eyckenstein en werd het door het Duitse leger gevorderd. Ook de twee landhuizen Rustenhoven ten westen en Roverestein ten oosten van Eyckenstein werden gevorderd. […] Van een toenmalige bewoonster van Roverestein zijn we te weten gekomen dat op Eyckenstein de Ortskommandant zat.’
Vrijgave. ‘Het lijkt erop dat Eyckenstein tussendoor nog eens is vrijgegeven. Er is namelijk een brief op 10 november 1942 van burgemeester Roelof Tjalma van Maartensdijk die namens de Wehrmacht schrijft dat Eyckenstein op 15 september 1942 is vrijgegeven. Maar uiteindelijk is het Duitse leger daar wel tot aan het einde van de Oorlog gelegerd geweest.’
Flarden van verhalen. ‘Van wat er verder tijdens de oorlog gebeurde, zijn slechts wat flarden van losse verhalen overgeleverd. Zoals de dorpsbewoners die de Duitse soldaten zagen slootjespringen en er af en toe eentje in het water zagen vallen. Of van één van de huurders tijdens de oorlog die vertelde dat het huis een modderzooi was van de Duitse modderlaarzen. Zij vertelde ook dat een Duitser haar had geboden het portret van de koningin te verwijderen. Daar werd ze zo woest over, dat ze het portret ‘uiteindelijk mocht laten hangen.’
Anekdote. Een anekdote die die de voormalige bewoonster van Roverestein vertelde: ‘In de logeerkamer van Roverestein was een Duitse kapitein ingekwartierd. Op een gegeven moment hoorde de familie steeds vreemde geluiden. Toen zij poolshoogte gingen nemen, bleek dat de kapitein een Nederlandse vrouw bij zich had. De vrouw des huizes is daarover bij de Ortskommandant op Eyckenstein gaan klagen en die heeft de kapitein uit Roverestein gezet.’
Een voor Hitler gevluchte schilder. ‘De Duitse expressionistisch kunstschilder Max Carl Friedrich Beckmann (1884-1950) ontvluchtte Duitsland in 1937 en vestigde zich in Amsterdam. Hij moest niets van de Duitse expansiedrang hebben. Merkwaardig genoeg was hij in 1943 blijkbaar in het park van Eyckenstein, waar de Duitse militairen zaten, met de kans dat hij opgepakt zou worden. In het park maakte hij een schilderij, waarvan we vrijwel zeker de locatie hebben kunnen achterhalen’ [in het park van Eyckenstein].’
Na de bevrijding brachten Canadese soldaten ‘de Duitse soldaten uit het dorp naar een terrein in de bossen achter Eyckenstein, waar de afgenomen wapens werden verzameld en afgevoerd of vernietigd.’
Een inkerving in een boom en een ontdekking. ‘Twee dagen na aankomst op Eyckenstein heeft een van de Canadese soldaten in het bos zijn naam W. Foster in een beukenboom gekerfd, met daarbij het beeldmerk van zijn legereenheid.’ Kort voor verschijning van de Nieuwsbrief van juni 2025 kwam naar aanleiding van deze inkerving meer naar boven. Peter van Veen was toen ‘net bij deze boom gaan kijken en had daar even voor het maken van een foto de onderscheiding van een (onbekende) Canadese soldaat onder geprikt. Peters moeder had de soldaat vlak na de bevrijding waarschijnlijk in Bilthoven ontmoet, waar zij toen woonde, en had deze onderscheiding vermoedelijk als aandenken van hem gekregen. Deze soldaat viel onder dezelfde eenheid als Foster.’’
Na de oorlog in de jaren zeventig ontdekt wapentuig. Er bleek toen ‘heel veel wapentuig en munitie in een bepaald dieper deel van de vijver achter het landhuis te liggen, zoals pistolen, bajonetten en kogels. Volgens de verhalen zouden die er door de Duitsers in gegooid zijn toen ze snel moesten vertrekken.’ De Explosievenopruimingsdienst (nu EOD) maakte toen ‘twee gevonden pantservuisten onschadelijk […] door ze achter een dikke boom tot ontploffing te brengen. Later zijn al deze oorlogsrestanten volledig opgeruimd, zodat zij geen gevaar meer konden opleveren.’
Wie de complete Nieuwsbrief van juni 2025 wil lezen met nog meer informatie over Eyckenstein voor, tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog en andere zaken die Eyckenstein betreffen kan daarvoor HIER klikken.
AD (met dank aan Lex van Boetzelaer, de schrijver van het oorspronkelijke artikel in de Nieuwsbrief van Eyckenstein)
De achterkant van de door soldaat Gommers verstuurde kaart