Door de ogen van Karl Josef Hahn (1913–2004), een gevluchte Sudeten-Duitser, krijgt de geschiedenis van de twintigste eeuw een persoonlijk gezicht. In een interview uit 1998 met Anneke Iseger in De Biltse Grift vertelde Hahn over zijn vlucht uit Tsjechoslowakije, zijn nieuwe leven in Bilthoven en zijn latere rol als sleutelfiguur binnen de Europese christendemocratie. Zijn levensverhaal is er een van verlies, overleving en verbinding – met mensen, landen en idealen. Foto: het Broederschapshuis aan de Sweelincklaan waar Hahn werd opgevangen. (Beeldbank De Oude School)

Meer informatie

Karl Josef Hahn werd in 1931 geboren in Karlsbad, in het huidige Tsjechië, als zoon van een Sudeten-Duitse vader en een Tsjechische moeder. Tijdens zijn middelbare schooltijd leerde hij Maria Renate kennen, een Joods meisje aan wie hij bijles gaf. Ze werden verliefd en trouwden in 1935, kort na zijn promotie in de filosofie en Duitse literatuur.

De opkomst van het nationaalsocialisme veranderde hun leven ingrijpend. Hahn kreeg geen toegang tot een wetenschappelijke loopbaan vanwege zijn huwelijk met een Jodin. Na de inval van Duitse troepen in 1938 en de gruwelijke Kristallnacht werden zijn vrouw en schoonvader opgepakt. Hahn werd voor de keus gesteld: scheiden, een concentratiekamp of emigratie. Hij koos voor het laatste en wist met zijn vrouw te vluchten.

Via het katholieke vluchtelingenbureau in Utrecht kregen zij, mede dankzij Eerste Kamerlid P.J. Serrarens, een visum voor Nederland. Op 17 februari 1939 arriveerden zij in Bilthoven, met slechts twee koffers, een cheque van 25 gulden en hun ongeboren kind.

Warm onthaal in Bilthoven

In Bilthoven werd het gezin ondergebracht in het Broederschapshuis aan de Sweelincklaan, een religieus conferentiecentrum geleid door dominee Wuyte en zijn vrouw. Een bijzonder moment was hun kennismaking met brigadier Van de Horst van de vreemdelingenpolitie in De Bilt, die in plaats van vijandigheid een warme verwelkoming bood: “Wij zijn allen broeders.”

In het Broederschapshuis ontmoetten zij andere vluchtelingen, waaronder Joodse hoogleraren, artsen en zelfs drie Joodse dominees. Deze culturele smeltkroes bood troost in onzekere tijden.

Toen hun eerste kind werd geboren, moesten ze het Broederschapshuis verlaten. Ze vonden tijdelijk onderdak bij de familie Serrarens in een villa aan de Schubertlaan. Deze kennismaking betekende ook een eerste stap in Hahn’s latere netwerk in katholiek Nederland.

Inburgeren in Tuindorp

Na enkele maanden betrok het gezin een huisje aan de Talinglaan in de wijk Tuindorp. Hahn werd leraar moderne talen aan het Instituut Phaedo. Buurtbewoners hielpen met meubels, voedsel en zelfs valse papieren voor Renate, toen zij vanwege haar Joodse afkomst bedreigd werd met deportatie.

De Hahns leerden Nederlands, maar ontdekten al snel de culturele verschillen. Hun zoon Christoph leerde de taal op straat en nam het lokale dialect over, tot hilariteit van zijn ouders. Ondanks de voortdurende dreiging vanuit de bezettingsmacht, voelde het gezin zich beschermd door de solidariteit van hun omgeving.

Tijdens de bezetting speelden mensen als Henri Nelissen, uitgever van het katholieke tijdschrift De Gemeenschap, een cruciale rol in hun overleving. Hahn begon in dat blad te publiceren, waarmee hij zijn eerste stappen zette in het Nederlandse intellectuele leven.

Actief in de politiek

Hahn bouwde een indrukwekkende loopbaan op. Hij werd docent in Nijmegen en Breukelen en hoofd van de vertaaldienst van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. In 1956 keerde hij terug naar Nederland als buitenlandsecretaris van de Katholieke Volkspartij. Zijn werk bracht hem in contact met christendemocratische leiders in heel Europa en later ook in Noord- en Zuid-Amerika.

In 1960 verhuisde het gezin naar Rome, waar hij meebouwde aan het Europese en later mondiale netwerk van christendemocratische partijen. Hij bleef tot op hoge leeftijd actief als bruggenbouwer tussen volkeren, gelovend in een verenigd Europa.

Terug naar Bilthoven

Na het overlijden van zijn vrouw in 1980 keerde Hahn terug naar Bilthoven. Zijn leven als vluchteling was ten einde gekomen, maar de herinneringen aan de opvang in De Bilt en de mensen die hem hielpen, bleven levendig.

Het verhaal van Karl Josef Hahn is niet alleen dat van een overlever, maar van een mens die uit de as van vervolging wist te bouwen aan een betere wereld — gesteund door een gemeenschap die weigerde weg te kijken. Hieronder: Hahn en zijn vrouw Renate.

DAB

 

Literatuur:

Vluchteling in De Bilt, Dr. K.J. Hahn, Interview van Anneke Iseger in De Biltse grift juni 1998

Karl Josef Hahn: Kristallnacht in Karlovy Vary. | Holocaust

Over het instituut Phaedo op deze site:

https://www.onlinemuseumdebilt.nl/frans-c-brinkerink-onderwijsvernieuwer/

Over het Broederschapshuis op deze site:

https://www.onlinemuseumdebilt.nl/het-broederschapshuis-of-de-christelijke-internationale/

Ven, P. van der, Hahn maakte fundamentele keuze tegen haat, in: Trouw 18 juli 2001.